ActiZ bezorgd: bouwplannen verpleeghuiszorg blijven achter
De branchevereniging voor ouderenzorg ActiZ roept het kabinet op om alles op alles te zetten om voldoende plekken voor verpleeghuiszorg te realiseren.
De uitbreidingsplannen van zorgaanbieders voor de komende vijf jaar zijn niet genoeg om aan de groeiende zorgvraag te voldoen. Dat blijkt volgens ActiZ uit de Regiomonitor 2022 Verpleegzorg. Volgens de Regiomonitor 2022 zijn er 7.000 intramurale nieuwe verpleeghuisplekken gepland. In 2021 waren dat er nog 8.800. Minister Helder wilde toen dat alle plannen die nog niet onomkeerbaar waren zo ingevuld zouden worden dat de geldstromen van wonen en zorg gescheiden zijn. Dat gold voor maar liefst 4.000 plekken. ActiZ protesteerde daar tegen; de plekken zijn immers hard nodig.
Langere wachtlijsten
De wachtlijsten voor verpleeg(huis)zorg zijn volgens Mireille de Wee, voorzitter van de ActiZ-kerngroep Wonen en Zorg afgelopen jaren al sterk toegenomen. ‘Als de benodigde verpleegzorgplekken en geclusterde woonvormen de komende jaren niet worden gerealiseerd, loopt de hele zorgketen verder vast: bij de huisarts, in het ziekenhuis én in de VVT-sector. Dat betekent nog langere wachtlijsten voor het verpleeghuis en nog meer druk op de thuiszorg.’
Jan Luursema van MaPaLaNa, gespecialiseerd in zorgvastgoed, heeft persoonlijk ervaren hoe moeilijk het is om een verpleeghuisplek te vinden als het thuis echt niet meer lukt. Hij beschreef zijn ervaringen met zijn 94-jarige moeder in een blog. Voor zo lang mogelijk thuis blijven wonen is best wat te zeggen, vindt hij. ‘Wat ik zelf heb geleerd is dat er dan wel een oplossing moet zijn voor ouderen die in nood zitten. Een soort ANWB die ze uit de brand helpt
Verliesgevend
De snelle invoering van het scheiden van wonen en zorg heeft volgens ActiZ gezorgd voor grote onzekerheid bij zorgorganisaties. Hierdoor blijven uitbreidingsplannen uit en worden bouwprojecten uitgesteld of stopgezet. ActiZ wil dat het kabinet zorgorganisaties duidelijkheid geeft, zodat de uitbreidingsplannen voor de zo broodnodige 7.000 verpleeghuisplekken door kunnen gaan.
De angst dat niet alle intramurale verpleeghuisplekken worden gerealiseerd is volgens Luursema niet ongegrond. Het is steeds moeilijker om nieuwbouw financieel haalbaar te krijgen. De bouwkosten en de financieringsrente gaan omhoog en de Normatieve Huisvestingscomponent (NHC), een vergoeding die het vastgoed van zorginstellingen dekt, gaat in 2024 omlaag. Luursema: ‘De verlaging van het NHC-tarief leidt ertoe dat zorgorganisaties met bouwprojecten zitten die op voorhand verliesgevend zijn. Als ze daarnaast niet genoeg personeel kunnen vinden, kan een zorgorganisatie ervoor kiezen niet meer te groeien. Het gevolg is dan dat hulpbehoevenden buiten de boot vallen.’
Regie
Personeelsgebrek, het argument van het kabinet om geen extra verpleeghuisplekken toe te voegen, is inderdaad een groot probleem. Maar Den Haag biedt volgens Luursema geen oplossing voor degenen die daardoor geen plek kunnen krijgen. ‘Het komt er waarschijnlijk op neer dat we als samenleving meer voor elkaar moeten gaan zorgen en meer gaan leunen op mantelzorg. We moeten een beschutte leefomgeving maken waar mensen veilig oud kunnen wonen. Dan komt de vraag: wie neemt daar de regie in? Daar moeten we als samenleving een antwoord op vinden.’
Hij wijst erop dat in de plannen voor 290 duizend extra seniorenwoningen in 2030 die ministers De Jonge en Helder eind november presenteerden ook sprake is van 40.000 geclusterde verpleegzorgplekken. ‘De vraag is ook hier: wie gaat dat bouwen? Wordt het exploitatierisico genomen door de zorgorganisatie of scheiden wonen en zorg dusdanig dat het door een vastgoedpartij, woningcorporatie of particulier belegger wordt betaald. Dat zijn de discussies waar we volop in zitten.’