Met De Kift op de filmset van De arm van Jezus

Wie de onorthodoxe musici van De Kift een beetje volgt, weet dat ze zich niet beperken tot muziek maken alleen. Theater, film, kunst en literatuur, het komt allemaal voorbij en vaak samen. Zoals ook in de film De arm van Jezus van regisseur André van der Hout.

Kempisch Dok, een verlaten havenbuurt in Antwerpen. Op de hoek van een winderige straat zit café De Kempen. Aan weerszijden staan een vrachtwagen vol apparatuur en een reusachtige cateringwagen. Tegen een kant van het cafeetje is een grote stellage gebouwd, afgedekt met zwart plastic. Binnen blijkt waarom; vanuit een donkere nacht valt het schijnsel van een ouderwetse lantaarn door het raam. Verspreid over het café staan leden van De Kift, in hun kloffie waarin ze gewoonlijk het podium beklimmen. Dit keer treden ze echter op in een film, De arm van Jezus van regisseur André van der Hout.

De samenwerking tussen de band en Van der Hout begon een paar jaar geleden met een documentaire voor het Zaans Museum, waarin muziek van De Kift werd gebruikt. Zanger Ferry Heyne, een echte Zaankanter, deed de voice-overs. Vervolgens werkt Van der Hout mee aan de voorstelling De IJzeren Hond, voortgekomen uit Vlaskoorts, het vierde album van De Kift. Toetsenist Frank van de Bos: ‘André kreeg het idee om er een film bij te maken en die te vertonen tijdens het optreden. Hij bedacht het verhaal daarvoor en dat is heel vrij opgenomen. We werden in een auto gezet van: “doe maar wat en wij filmen”. En dan zaten Ferry en ik te bedenken wat we eens zouden gaan doen.’

Arm als peddel

Toen bestond de crew naast Van der Hout uit twee mensen, hier is de entourage beduidend groter. Het kleine café is propvol mensen, een volkomen andere ervaring.‘Het is allemaal heel nauwgezet; alle scènes en cameraposities zijn uitgetekend.’ Heyne: ‘Je bent echt constant met dertig mensen aan het werk. We hebben wel eens met anderen het verhaal van Karel en de Elegast verfilmd en in ’92 of ’93 de absurde detective thriller Eddy Brains gemaakt. Dat was met een stuk of zes mensen. Op deze schaal had ik nooit eerder geacteerd.’

Volgens Heyne kreeg Van der Hout bij De IJzeren Hond het idee voor De arm van Jezus. ‘Op archiefbeelden van een overstroming in Limburg hing aan de muur van een boerderij alleen nog een arm, de Jezus zelf was er van afgespoeld. Met die arm loop ik de hele tijd te slepen.’

Het verhaal gaat over een zoon (Heyne) die op zoek is naar zijn vader (Huug van Tienhoven). Voor de oorlog laat de vader alles achter om naar Amerika te gaan. Op de dag van zijn vertrek is er een overstroming. Hij vindt een roeiboot zonder peddel en laat zich meevoeren met de stroom tot een witte arm voorbij komt drijven. Die gebruikt hij als peddel. De zoon is dan vier. Als hij ouder is, reist hij zijn vader achterna. Wanneer hij terugkomt naar Rotterdam, grijpen de verhalen in elkaar.

Musical

In de barscène die vandaag wordt gedraaid, verandert de film even in een musical. De serveerster blijkt over een indrukwekkende operastem te beschikken, barman (en drummer) Wim ter Weele gebruikt de glazen als drumobjecten en de aanwezige gasten barsten uit in gezang. De scènes worden voortdurend overgedaan; de contrabas moet ietsje schever, de gitaar moet meer omhoog, het dienblad met biertjes moet precies op een bepaalde hoogte gehouden worden.

Op een televisiescherm ziet de regisseur wat de camera filmt. Gehurkt, blik op het scherm, duwt hij het blad op de goede plaats. Zijn arm is net buiten beeld. Iedere keer als de scène over moet, worden glimmertjes op gezichten weg gepoederd, jasjes en jurken rechtgetrokken, ingezakte schuimkragen bijgevuld en rook toegevoegd om de dikke cafélucht na te bootsen.

Wachten

Het is moeilijk om je voor te stellen hoe het er uiteindelijk uit gaat zien, want de scène wordt in korte shots opgenomen. Van de Bos staat buiten in de kou te wachten op zijn beurt; eerst wordt een bepaalde hoek van de kroeg gefilmd. Straks wordt de opstelling van de camera verandert en wordt het gedeelte van de kroeg gefilmd waar hij op het harmonium speelt. Alles wordt met één camera gedraaid. ‘Ik dacht ook altijd dat ze er acht camera’s omheen zouden zetten’, lacht hij. ‘Maar dat gebeurt alleen bij voetbalwedstrijden, die voetballers doen het niet nog een keertje over voor een camera in een andere positie.’

Meewerken aan een film betekent veel wachten. Maar hij vindt het allemaal hartstikke leuk om te doen. Dat een scène zo in stukjes wordt gehakt, is lastig. ‘Je moet zo maar los een zinnetje zeggen. Sommige scènes met Ferry worden in een shot gedraaid, dat werkt het gemakkelijkste. Dan kun je gewoon op elkaar reageren.’ De volgorde van de opnamen is sowieso heel anders dan die van de uiteindelijke film. ‘Dan neem je de derde minuut op, dan de laatste; alles gaat door elkaar. André vertelt steeds wat we precies gaan draaien en dan heb je iedere keer even de tijd nodig om je daarin te verplaatsen.’

Engelbewaarder

De arm van Jezus De Kift André van der Hout‘Wat lastig is, is dat ik drie verschillende personages doe. Ik ben een soort gemene engelbewaarder, of een soort duivel. Ik leid de zoon door de stad. Hij komt uit Amerika en is als handelsreiziger in Rotterdam en om sporen te vinden van zijn vader. Als taxichauffeur breng ik hem naar allerlei plekken waar hij helemaal niet wil zijn. Als portier in een ertsoverslagmaatschappij, waar hij zijn veiligheidsmaatregelen wil slijten, laat ik hem niet binnen. Dus die missie is ook helemaal mislukt. Als pensionhouder van pension Treurniet, waar hij uiteindelijk terechtkomt omdat hij helemaal geen geld meer heeft, breng ik hem nog meer in de problemen.’

De film speelt in Rotterdam, de zoon loopt daar een café binnen en van de locatie in Antwerpen wordt alleen de binnenkant gebruikt. De sfeer van de film, de locaties, het verhaal; het lijkt op De Kift geschreven. Waarschijnlijk is dat ook een beetje zo.

Geconcentreerd

Het grote verschil met muziek maken, is dat je het je hele leven kunt blijven spelen. ‘Als je het hier geschoten hebt, dan roepen ze klaar en kan het gelijk allemaal je hoofd uit. Dat is een hele rare ervaring. Je moet ontzettend geconcentreerd zijn op de momenten dat het er toe doet. Ik kan me voorstellen dat het vergelijkbaar is met wat sporters doen, je moet gewoon in vorm zijn. En je moet goed weten wat je gaat doen.’

Een paar weken na de opnamen blijkt Heyne hetzelfde te ervaren. ‘Je bent de hele dag bezig om het juiste moment te vangen; iedereen is uren bezig om alles op te zetten en het licht bij te stellen en dan kan er plotseling geacteerd worden. Als het er op staat, mag je gewoon alles vergeten. Dat is heel raar. Met De Kift leer je de tekst uit je hoofd en de muziek en daar treedt je vervolgens vijftig keer per jaar mee op of zo.’

Mini-musical

Hij is de muziek aan het voorbereiden. ‘Ik wacht echt met smart op een eerste grof gemonteerde versie, zodat je wat meer kunt timen. Als je weet hoe lang een scène is, kun je gaan opnemen. Ik had op basis van het script al wat muzikale ideeën. Nu zit ik er helemaal in en dat helpt. Dat is het rare op dit moment, je bent helemaal geconcentreerd geweest op dit project en je hebt met allerlei mensen samengewerkt en nu is iedereen alle kanten op gewieberd. Ze hadden me er ook voor gewaarschuwd dat veel mensen in een soort vacuüm vallen nadat zo iets is afgesloten. Het is niet zo dat ik een zwart gat ben gevallen, maar ik merk toch wel dat ik die mensen op dit moment mis. Het is heel leuk geweest.’

Naast de musicalscène zingt Heyne nog ergens een stuk van het nummer Orenmens, dat op de cd Vlaskoorts staat. ‘Dat nummer is het thema van de vader, als ik een herinnering heb aan mijn vader zing ik een stukje. Die barscène een soort mini-musical in tweeënhalve minuut. Het zat al in het script en ik heb dat als het ware muzikaal ingevuld; het is gebaseerd op Berend Botje. Het is echt een sleutelscène.’

Muziekventiel

Van de Bos vertelde in Antwerpen dat alles eerst live ingespeeld zou worden. ‘Dat is een illusie gebleken. Alle zang wordt wel opgenomen en die komt dan weer over de muziek heen. Dat kun je er weer iets boven uit mixen, zodat je ziet dat degene die in beeld is ook echt zingt. Tweesporen; dat wordt dus een enorme klus.’

Heyne heeft eerder filmmuziek gemaakt voor de eerder genoemde Karel ende Elegast en Eddy Brains en een documentaire over vuilboten in Amsterdam. ‘Ik ben met De Kift sowieso gewend om mijn inspiratie uit beelden te halen. Tot nu toe vloeiden die beelden voort uit tekst, nu heb je letterlijk beeld voor ogen. Meestal maak ik muziek aan de hand van de teksten, maar soms is dat ook weer andersom. Dan wil ik het helemaal loslaten. Bij ons album Koper heb ik meer vanuit een bepaalde sfeer de muziek bedacht en daar uiteindelijk de teksten bij gezocht. Toen heb ik eerst het muziekventiel volledig opengezet.’

Optreden is te leuk

Gaan we de charismatische muzikanten van De Kift verliezen aan het witte doek? Gelet op de plannen die ze in het verschiet hebben niet. De Kift is bezig met een opera, Elisabeth Bam. ‘Dat is op een rare manier ontstaan’, vertelt Van de Bos. ‘Drie operazangers hadden ons zien optreden en vroegen of we wilden samenwerken. Ze waren niet gewend om muziek te componeren. Wij wel, in onze eenvoud. Uiteindelijk konden ze zelf niet mee doen, maar inmiddels waren wij er al zo ver mee dat we een paar andere operazangers hebben gezocht.’

Het leven van Heyne, vader van twee kinderen, is er op dit moment niet op ingericht om acteur te zijn. Maar: ‘Ik denk dat André zit te broeden op een nieuwe film en ik zou het best nog eens willen doen. Alleen acteur zou ik niet willen zijn, optreden met De Kift is veel te leuk.’ Dat is Van de Bos met hem eens. Glunderend vertelt hij: ‘Na het optreden is het altijd nog van; “Toen brak mijn snaar en wat fantastisch dat jij dat toen opving”. Er gebeurt altijd wat; de hele boel flikkert in elkaar of iemand slaat door het drumstel. We hebben nu dat onmogelijke nummer dat we van instrumenten wisselen; als het podium te groot is ben je gewoon te laat.’

Lees ook: De arm van Jezus moet korter

One Response

Comments are closed.

Naar boven