
What’s That Sound: P60, Amstelveen
Elke maand vertelt een geluidstechnicus wat hij/zij allemaal uitvreet achter die knopjes en schuifjes. Deze keer: Arne de Wit (1967) van P60, Amstelveen.
Wat is je meest rare ervaring?
“In P60 gebeuren niet zoveel rare dingen. De organisatie steekt zo goed in elkaar dat we nooit problemen hebben. Hoogstens een band die te dronken wordt en met spullen gaat smijten.”
Wat saai. Nooit iets misgegaan?
“De lift blijft wel eens steken. We hadden het een keer bij De Dijk. Die hebben enorm veel spullen mee: een eigen PA, veel eigen licht. Dat moesten we allemaal via de parkeerplaats naar binnen sjouwen. Maar er wordt aan een oplossing gewerkt.”
En dat is alles!?
“Ok, dan: bij Peter Pan Speedrock viel de PA een keer helemaal uit. De geluidsjongen zat zo te pushen dat de versterker helemaal op hol sloeg. Het viel helemaal dood, heel vervelend. Maar het is de hardste band van Nederland, dus het is niet zó gek.”
En verder is het een soepel geoliede machine?
“Ja. Hoewel het bij de opening even leek alsof de dansvloer naar beneden kwam. Ik zat de verdieping er onder en het publiek stond flink te springen. Opeens zag ik het hele plafond golven. Ik schrok me het laplazarus: wat is hier aan de hand? Maar het scheen geen kwaad te kunnen. Het plafond zit er nog steeds in.”
Gedenkwaardige concerten?
“Rude Rich & the High Notes, die zijn geweldig. En Dick Dale, de King of Surf. Ik kende zijn muziek niet zo goed, maar ik voelde het meteen aan.”
Welk muziekgenre heb je leren waarderen?
“Metal. Dat zou ik niet zelf draaien, maar het is enorm leuk om te mixen. Heerlijk, die scheurende, gillende gitaren, die harde drums die een beetje puntig moeten klinken. Dan nog zorgen dat je de vocalen blijft horen; echt een uitdaging.”