What’s That Sound: Paard van Troje, Den Haag

Elke maand vertelt een geluidstechnicus wat hij/zij allemaal uitvreet achter die knopjes en schuifjes. Deze keer: Peter Kerkvliet (1958) van Paard van Troje, Den Haag.

Weigerachtige bands?
“Het Friese bandje Kadaverbak, die de gewoonte had slachtafval het publiek in te gooien, had beslist een rookmachine nodig. Laat die nou net op de dag dat zij komen stuk zijn. Eén bandlid was onverbiddelijk: no smoke, no show. Ze kregen onderling enorme ruzie en hij heeft toen uit kwaadheid een taxi terug naar Leeuwarden genomen. Volgens mij gingen ze vrij snel daarna uit elkaar. Na afloop vonden we een varkenskop in de kleedkamer. Behoorlijk ranzig.”

Rare eisen?
“Ik denk direct aan Gwar. Als monitormixer stond je in het oude Paard best prominent in beeld. Dan is er die hele heisa om je heen: bloed dat alle kanten op spuit, gasten die slaaf speelden en over de grond kropen. Jij staat daar in je alledaagse kloffie en dan voel je je opeens onwijs bekeken. Ik had toen juist zoiets: had mij dan ook maar zo’n pak gegeven.”

Superkicken?
“De eerste keer dat ik 16 Horsepower deed. Ik kwam net een beetje kijken en vond al de instrumentwisselingen onwijs moeilijk: mandolines, violen, akoestische en elektrische gitaren. Het was twee uur keihard werken, maar de band was blij en het concert was onwijs goed.”

Wie viel door de mand?
“Soms blijken bands die je goed vindt in het echt uit ongelofelijke eikels of sukkels te bestaan. Zoals Masters of Reality. Zanger Chris Goss (producer QOTSA) bleek een heel onplezierige man om mee te werken. Toch jammer: ik draai hun platen daardoor lang niet meer zo graag.”

Wel eens een door de band meegebrachte geluidsman willen wegsturen?
“Heel vaak. Soms wordt het bandje echt om zeep gebracht. Ik heb de filosofie: veel beter kun je het niet maken, maar wel veel slechter.”

Naar boven