
Visuele identiteit voor Duvelduvel: ‘Als het maar lauw is.’
Onder het motto bij opmerkelijke muziek hoort een opmerkelijke hoes koppelt Kees de Koning van platenlabel Top Notch ontwerp/communicatiebureau Hotel aan de Nederlandstalige rapcrew Duvelduvel. Meerdere hoezen, een videoclip, T-shirts en het decorontwerp voor een show zijn het gevolg. Zodat inmiddels met recht is te spreken van een – wat anarchistische – visuele identiteit.
Plat bruinkleurig karton van grofweg 21 bij 30 centimeter met bovenaan een handvat, bedrukt met drie getekende apen – de middelste met een vervaarlijk wijd geopende bek – en de tekst Duvelduvel. Wie deze naam niets zegt, zal niet vermoeden dat het hier om een cd-hoes gaat. Dat realiseer je je pas als je de handvatten uit elkaar trekt, in de bek van een grote, grof getekende – bijna geschetste – aap kijkt en daar een cd uit tevoorschijn ziet floepen.
Bedenker van dit nieuwe systeem is ontwerp/communicatiebureau Hotel. Thijs Remie, Jay Sunsmith en Ferry van Zijderveld zijn niet alleen bevriend met de heren van Duvelduvel – Duvel, Supadupah & Rein de Vos – maar ook doorgewinterde fans. Eerder maakten ze voor het project Opgeduveld, een samenwerking tussen Duvelduvel en collegarappers Opgezwolle, al een prikkelende hoes.
Onconventioneel
‘Het idee was: met zo weinig mogelijk middelen het maximale effect bereiken. We hebben in iedere cd een gat gebrand, waardoor het niet in je systeempje past en altijd bovenop ligt’, grinnikt Remie. ‘Het is hetzelfde concept als dat van Aap-o-theek, Duvelduvels album: het past niet in de schappen, dus staat het overal prominent in zicht. Soms zelfs in de etalage.’
Opgezwolle is een van de bands op Kees de Konings platenlabel Top Notch. Hij financierde de oplage van Opgeduveld en wilde vervolgens graag een album van Duvelduvel uitbrengen. ‘Hun muziek is nogal onconventioneel en geschikt voor een selecte groep. De keuze viel op Hotel omdat zij tot die groep behoren. We wilden een hoes die even opmerkelijk is als de muziek.’
De uiteindelijke hoes straalt volgens Remie de rauwheid, het mannelijke en het onafgewerkte uit dat ook in de muziek zit. ‘Dat is wel kenmerkend voor wat zij maken, in tegenstelling tot de Top40-muziek die tegenwoordig wordt gekwalificeerd als hiphop. Veel mensen verstaan onder hiphop toch iets van: yo yo yo! en kijk eens wat een dikke auto en grote gouden ringen. Duvelduvel is van een hoger intellectueel niveau, zij nemen daar geen genoegen mee.’
Jaar van de aap
Duvelduvel is tot dan toe buiten de publiciteit gebleven en heeft sporadisch opgetreden. Niettemin hebben ze een flinke fanbasis. Sunsmith: ‘Er hangt een soort mysterie om ze heen. Hiphop is vaak egoboosten en jezelf profileren, maar zij willen dat niet. Het is te gek om dan een identiteit te bedenken die één lijn heeft.’
In hun teksten refereren de Duvels vaak naar apen en in de Chinese astrologie is 2004 het jaar van de aap, vandaar de keuze voor de drie door Sunsmith getekende apen, die ook terugkomen op de T-shirts. Op de 12 inches zijn de crewleden wel afgebeeld, maar onherkenbaar doordat ze bivakmutsen dragen.
‘Dat is de gimmick: spelen met de vraag wie het nu precies zijn.’ De heren van Hotel grappen wel eens dat de rappers een soort antihelden zijn. ‘In een track zegt Duvel ook: ik maak mn duku sowieso ik doe ut nie voor poen tis een ondankbare taak maar iemand moet ut doen’, aldus Sunsmith. ‘Ze laten zich niet in een keurslijf stoppen door een manager of een platenmaatschappij.’
Toonbank
Het voordeel van het afwijkende formaat is dat Aap-o-theek niet in de schappen past en dus niet in het bakje hiphop terechtkomt. ‘Duvelduvel vindt dat ze gewoon muziek maken. Het geluid van sommige tracks is bijna filmmuziek of het is bijna drum’n bass of techno’, aldus Sunsmith. ‘Als we al een doelgroep voor ogen hebben, dan is het de liefhebber van goede muziek’, stelt De Koning. ‘Door het artwork waren de betere popspeciaalzaken ook geïnteresseerd en stond het ook bij hun op de toonbank.’
Het idee van de gapende aap uit wiens bek de cd komt, komt voort uit de titel Aap-o-theek. Van Zijderveld: ‘We maakten de link naar het beeldje van de gaper dat vroeger altijd in elke apotheek te vinden was, het icoon van de apotheker. Het idee achter dat beeldje is dat je mond openvalt, omdat die apotheker zulke goede dingen kan. Zo laat Duvelduvel je mond ook openvallen.’
Ze kozen voor onbewerkt materiaal omdat ze wilden dat het puur bleef; rauw en onbewerkt zoals de muziek. Nadat ze het systeem hadden uitgevogeld, moesten ze nog een bedrijf bereid vinden om het te produceren. ‘Er waren bedrijven die hun handen ervan aftrokken omdat ze niet konden garanderen dat het tasje stevig genoeg zou zijn’, vertelt Van Zijderveld.
Remie: ‘Het valt buiten alle standaarden, dus bedrijven kunnen heel gemakkelijk zeggen: luister eens, daar heb ik mijn machines niet op ingesteld. Ze verdienen er minder mee dan met producten die ze in hun standaardproductieproces kunnen opnemen. Je moet wel mensen vinden die een beetje hart hebben voor de zaak.’
Hiphopclichés
Ook al wil Hotel hiphopclichés vermijden, helemaal consequent zijn ze daarin niet: op de hoes van een van de twee 12 inches prijken allerlei rondborstige, halfnaakte vrouwen in onzedelijke poses. Eigenlijk waren deze dames bedoeld voor de videoclip van het nummer Tis leuk geweest. In de uiteindelijke montage bleken de opnamen waarin de drie rappers zich uitleven voor de camera toch veruit het krachtigst te zijn.
‘De clip is een eerste kennismaking met het publiek en hier zijn ze puur, rauw en direct. Precies wat ze zijn: straight in your face’, constateert Sunsmith. Van Zijdervelds ogen glimmen als hij eraan terugdenkt hoe ze Duvelduvel pushten tot nog meer energie. ‘Iedereen schreeuwde om hen op te zwepen, we stonden allemaal te springen. Iedere hiphopclip heeft zo’n shot dat ze even in de camera rappen. Nu is de hele clip zo.’
Idealisme
Hotel stopt veel tijd in het project, omdat de oprechtheid en het idealisme van Duvelduvel hen inspireert. ‘Of ze er nu geld mee verdienen of niet, ze houden zich aan hun eigen normen, zonder concessies te doen aan de kosten of aan wat de markt van ze verwacht’, vindt Sunsmith. Ook voor De Koning is het ‘een a-commercieel verhaal’. ‘Er moet geld bij of ik speel quitte, het zal er om hangen. Kijk, het grootste dilemma voor de muziekindustrie is natuurlijk het downloaden en het illegaal kopiëren van cd’s.’
‘Ik ben zelf echt cd-fetisjist, maar je moet het tegenwoordig waardevol maken om mensen te overtuigen om je cd te kopen. Vooral als de muziek minder mainstream is, kun je het op die manier toch een groter bereik laten krijgen. De liefhebbers waarderen ook dat je wat voor ze doet. Ik heb geen statistieken, maar ik denk dat het verschil uitmaakt.’
Nu Hotel zich ook bezighoudt met de optredens (onlangs verzorgden ze het decor en animaties op een immens groot scherm), komt de vraag boven waar de grens ligt? Het antwoord hadden we kunnen raden: ‘Die is er niet.’ En wat Duvelduvel ervan vindt? ‘Die vinden alles best’, lacht Van Zijderveld. ‘Als het maar lauw is.’