Biologische scharrelvleeskuikens op zorgboerderij

Van oorsprong was ’t Spiek een varkenshouderij. Inmiddels is het een zorgboerderij, waar 25 mensen die extra ondersteuning nodig hebben terecht kunnen. De verzorging van 3500 scharrelvleeskuikens is een belangrijke invulling van hun dagbesteding. Sinds kort zijn de vleeskuikens biologisch gecertificeerd.

Van oorsprong was ’t Spiek een varkenshouderij. Inmiddels is het een zorgboerderij, waar 25 mensen die extra ondersteuning nodig hebben terecht kunnen. De verzorging van 3500 scharrelvleeskuikens is een belangrijke invulling van hun dagbesteding. Sinds kort zijn de vleeskuikens biologisch gecertificeerd.

Net buiten het Brabantse dorp Rijkevoort biedt Jan van Gorp van zorgboerderij ’t Spiek dagbesteding aan 25 deelnemers met verschillende achtergronden: sociale, verslavings- of gedragsproblematiek, een verstandelijke beperking of autisme. De boerderij is zo ingericht dat de deelnemers de dieren verzorgen. Koeien, schapen, geiten, konijnen, paarden, varkens en vooral de 3500 vleeskuikens die onlangs zijn omgeschakeld naar biologisch.

Corona

Biologische kippen SkalHet certificeringsproces viel Van Gorp erg mee. “Ik had al wat tips gekregen van een adviseur. Omdat we scharrelvleeskuikens hadden, voldeden we eigenlijk al aan de regels. De huisvesting hoefde ik niet aan te passen, de uitloop wel. Eerst had ik een hectare uitloop nodig, nu anderhalve hectare. Op dat land lopen al mijn andere dieren ook. Het gevolg is dat al die lammeren en geiten ook de kippenstal inlopen. Dat is wel echt lastig. Het frappante is dat die vleeskuikens een groot deel van het terrein nog helemaal niet gebruiken. Het aantrekkelijk genoeg maken om ze het hele terrein te laten gebruiken, dat is de uitdaging.”

Er kon geen inspecteur langskomen vanwege corona. “Skal heeft gegevens opgevraagd en die heb ik toegestuurd. Uiteindelijk zijn die goedgekeurd. Foto’s hoefde ik niet te maken, want die had ik al ingestuurd tijdens de omschakelfase.” Vanwege corona is de zorgboerderij vier weken volledig dicht geweest. In die periode hebben ze de cliënten goed in de gaten gehouden. Een aantal mensen liep thuis helemaal vast. Vier komen nu weer naar de boerderij.

Toekomst

Hij maakt zich zorgen over de toekomst. “Ik denk niet dat wij kunnen werken in een anderhalvemetersamenleving. Dan kunnen we niet de zorg leveren die we willen leveren; we moeten onze cliënten nabijheid en contact kunnen bieden. Als ik met minder cliënten moet werken, dan is het de vraag of dat economisch nog wel rendabel is.

Hij is ervan overtuigd dat de schade soms groter is wanneer cliënten thuiszitten. “Er ligt ergens een balans tussen risico van besmetting en welzijn van een persoon. Sowieso is het risico niet zo groot, want het gros heeft een heel beperkt sociaal leven. Ze hebben vaak een heel slecht vangnet thuis. Zolang ze niet hoesten en proesten en koorts hebben, kunnen ze wat mij betreft gewoon komen.”

Uitzonderingspositie

Een andere grote zorg is dat de gemeente Brabant vorig jaar de spelregels heeft veranderd. “Het is nu maar afwachten of ik wel een vergunning krijg. Ik ben aanvankelijk omgeschakeld om aan de wetgeving van Brabant te voldoen. Ik hoop dat ik een uitzonderingspositie krijg, maar dat is onzeker. Soms denk ik: waar ben ik mee bezig. Maar ik doe het voor de cliënten. Voor hen is het erg leuk om die vleeskuikens te verzorgen en zelf sta ik ook helemaal achter deze manier van dieren houden.”

Naar boven