Ferdinand Cheval: Het droompaleis van een postbode

Eerst maakten radiomaker Bente Hamel en Spinvis een hoorspel: Het hoofd van Ferdinand Cheval. Om dit radioverhaal over een eigenzinnige postbode niet te laten vervliegen, is er een caleidoscopische film bij gemaakt. ‘Je valt van de ene droom in de andere.’

De postbode Ferdinand Cheval heeft echt bestaan. Drieëndertig jaar lang bouwde hij stug door aan het paleis waarover hij op zijn dagelijkse ronde droomde. Radiomaker Bente Hamel raakte gefascineerd door Ferdinand Cheval vanwege het contrast tussen ‘die man met dat stijve uniform en dat grimmige gezicht’ en zijn Palais Idéal. ‘Op oude postkaarten net een grote slagroomtaart, neergezet door aliens’. Die gekke tegenstelling liet haar niet meer los.

Omdat ze weinig biografische informatie kon vinden over de in 1924 overleden postbode besloot ze haar eigen fantasie te gebruiken. Ze wilde een hoorspel maken in de stijl van zijn paleis: collageachtig. ‘Met bij elkaar gesprokkelde stukjes geluid en allerlei invalshoeken. Met scènes die van alledaags geluid overgaan naar een dromerige sfeer.’ Daarbij dacht ze aan de muziek van Spinvis. De singer-sample-songwriter Erik de Jong fabriceerde zijn debuut (Spinvis, 2002) op soortgelijke wijze. Dat hij zelf ooit postbode was, is een grappig detail. Een andere overeenkomst is dat ook De Jong in zijn eentje aan zijn ‘kathedraal’ bouwt. ‘Soms tegen de klippen op en soms met de wind mee, maar mijn muziek is iets waar ik mijn hele leven mee bezig ben.’

Het hoofd van Ferdinand Cheval18 korte dromen

De Jong spreekt de rol van Facteur Cheval en maakte de muziek en de soundscapes. Nadat het radioverhaal was uitgezonden, nam hij het initiatief tot de film. Om net zo’n eclectische mengeling te krijgen als het Palais Idéal – een wonderlijke symbiose van elementen van bouwstijlen uit allerlei culturen, werelddelen en perioden – knipte hij het hoorspel in achttien kleine stukjes en gaf ze aan achttien makers met uiteenlopende stijlen.

‘Je valt van de ene droom in de andere’, zo omschrijft De Jong het resultaat. Hij had het concept al eens toegepast op de videoclip van het Spinvis-nummer Smalfilm, dat hij in vijf stukken hakte. ‘Dat was een openbaring: zo kun je al die mensen die net als ik op een zolderkamertje bezig zijn laten samenwerken.’

Het hoofd van Ferdinand Cheval is verpakt als een prachtig postpakket, met naast een dvd met de bijzondere film ook een cd met het hoorspel, een door Ingmar Heytze geschreven boekje en materialen om je eigen droompaleisje te bouwen. De verbindende factor is het enorm rijke hoorspel, dat natuurlijk ook beelden probeert op te roepen.

Theo van Gogh

Het is aan te raden eerst alleen het hoorspel te beluisteren. [dat kan hier] Het is mooi om puur geconcentreerd te zijn op de teksten, de muziek en de geluiden – bovendien zitten andermans ideeën de eigen verbeeldingskracht dan niet in de weg. Bij één fragment, gemaakt door Theo van Gogh, lijken de beelden zo te detoneren dat het je in eerste instantie uit de vertelling haalt. Op het hoogtepunt van het verhaal gebeurt waar de postbode al die tijd al bang voor is: zijn dochtertje Alice sterft.

‘Beeld en geluid hebben schijnbaar niets met elkaar te maken, ook niet qua ritme, maar toch klopt het’, vindt Bente Hamel. ‘Op het moment dat Cheval zijn dochter verliest, zie je neukende mensen. Ik kan me voorstellen dat in totale razernij of wanhoop die beelden van het moment dat zij verwerkt werd door je kop gaan spoken en je denkt: was dat maar nooit gebeurd, dan was het nooit zo afgelopen.’

Voortplantingsdrift

Waar de anderen dichtbij het geluid blijven, heeft Van Gogh zijn gedachten laten afdwalen en zijn eigen draai gegeven aan de door verdriet verscheurde Ferdinand die tegelijk wil vernietigen en scheppen. De postbode roept dat hij zijn levenswerk wil slopen en dat ze hem moeten nemen (in plaats van haar), maar uiteindelijk is het deel van hem dat wil bouwen sterker. Van Gogh koppelt de voortplantingsdrift (in beeld) aan de bijna oncontroleerbare bouwlust van Cheval (in geluid, waar hij roept: ‘Ik wil bouwen!’).

Ferdinand Cheval

Muziek van Spinvis is eerder gebruikt voor Van Goghs televisieseries Najib & Julia (2003) en Medea (2004). Zo heeft De Jong met veel van de mensen die aan de dvd bijdroegen een geschiedenis. Pauline Lubbers vroeg hem bijvoorbeeld voor haar Kids & Docs-documentaire Weg van jou (2003). Lubbers koos voor speelgoedpoppetjes in plaats van bestaande mensen, om verwarring te voorkomen. Inderdaad is het vrij vervreemdend als Katja Schuurman in het fragment van Van Gogh (samengesteld uit bestaande beelden) plotseling een kind ligt te baren. Toch zorgt het geluid bij de andere delen voor genoeg continuïteit en is het geen probleem dat het personage Cheval allerlei verschillende gedaanten aanneemt. Dat benadrukt tegelijk dat het verhaal dat Hamel en De Jong over hem vertellen deels op hun fantasie is gebaseerd.

Zoals gezegd worden het verhaal en de dialogen meestal letterlijk uitgebeeld en zie je wat je hoort. Een vogel bij gefluit, voortbewegende voeten bij het geluid van voetstappen op een kiezelpad (steeds terugkerend). Op de fantastische, enorm brede tekening van Joran van der Haar zijn, terwijl de camera erlangs glijdt, wel allerlei details te zien die niet worden beschreven, maar te maken hebben met Cheval en zijn gebouw. Op een van de weinige foto’s van Cheval staat een kruiwagen die hier en in andere fragmenten terugkomt.

Stalin

Soms maakt een filmpje duidelijk hoe rijk het hoorspel eigenlijk is. Misschien wel het meest humoristische fragment gaat over de voorschriften waaraan een postbode zich dient te houden. Marcel Kampman laat de woorden in ouderwetse letters over het scherm buitelen, aangevuld met uitgeknipte plaatjes. Als wordt gerept van een pet in Russische stijl en er Russisch gezang aanzwelt, flitst bewegend beeld van Stalin langs. Kampman toont alle ingrediënten die in het hoorspel zitten (het geluid van dit gedeelte is gemaakt door Mat Wijn). Hierdoor wordt opeens duidelijk hoe complex en gelaagd het is.

Spinvis heeft drie liedjes voor het hoorspel geschreven, waarvan er twee zeer poëtisch zijn verbeeld. Het prachtige zwart-witfilmpje van een engelachtig meisje dat speelt en danst in een bos is van Hans Kok. De camera zoomt in op de lange schaduwen die ze maakt, met de aandacht van de kijker bij het verdrietige liedje over de zieke Alice. Kok maakte eerder de documentaire Wat zei Alice ook weer? over Spinvis (te zien op Spinvis’ cd/dvd Nieuwegein aan Zee uit 2003). In Geest, gezongen door de dode Alice, paart Tara Specht het breekbare kinderstemmetje aan vervormde beelden van een zingend kindergezichtje; onherkenbaar, grofkorrelig, met wisselende effecten. Allebei beeldschoon.

Tafelventilator

Ook Norbert ter Hall eerbiedigt het geluid en kiest voor ingetogen beelden. Op een rustdag tijdens de opnamen van zijn film Monte Carlo (2001) bezocht hij het Palais Idéal. Hij viel als een blok voor Cheval. Hij benaderde Spinvis zelf toen hij hoorde van het experiment. ‘Facteur Chavel is geen architect, dat is een knutselaar. Zo moet je zo’n filmpje dan ook benaderen’, vindt Ter Hall.

‘Alles is met een dv-cameraatje gefilmd. Dat heb ik weer geprojecteerd op een wand, met voor de projector een tafelventilator waar ik twee schoepen vanaf had geknipt. Zodat je zo’n ouderwets vlindereffect krijgt. Dat heb ik dan weer opnieuw gefilmd met een glazen plaat die ik met schoenpoets vies had gemaakt voor die projectie.’

Dat het resultaat heel mooi is, verbaasde hem zelf ook. ‘Door die ventilator ging het beeld echt een beetje pulseren, zoals je met oud archiefmateriaal wel hebt. En doordat je het opnieuw opneemt worden de contrasten hoog, dus werd het heel erg zwart-wit. Zo wil ik nog wel eens iets maken.’

Spinvis & Bente Hamel & Ingmar Heytze. Het hoofd van Ferdinand Cheval (2004). Nijgh & Van Ditmar.

Naar boven