Isoleren, isoleren, isoleren – Hoeveel sneller kunnen sociale huurwoningen worden aangepakt?
Door de hoge energieprijzen en de sancties tegen Rusland staat het versneld isoleren van de woningvoorraad hoog op de agenda. Vooral sociale huurders kampen met energiearmoede. Kunnen woningcorporaties op korte termijn het verschil maken nu de verhuurderheffing eindelijk van tafel is? En hoe nuttig is de focus op energielabels?
De redenen om de Nederlandse energiebehoefte drastisch te verkleinen stapelen zich op; de betaalbaarheid, het niet willen spekken van de oorlogskas van Poetin, de leveringszekerheid. Vanuit de verduurzamingsopgave waren woningcorporaties al volop bezig met de energietransitie en het terugdringen van de CO2-uitstoot. Maar de focus van zowel het Rijk als de gemeente Amsterdam is nu verlegd naar versneld isoleren.
De gemeente Amsterdam rept in het nieuwe coalitieakkoord van een grootschalig isolatie-offensief, ook in het begin juni door de nieuwe minister van VRO gelanceerde Beleidsprogramma Verduurzaming Gebouwde Omgeving is een belangrijke rol weggelegd voor isolatie. Niet vanaf 2028, zoals eerder afgesproken, maar vanaf 2030 mogen woningen met een laag energielabel (E, F of G) niet meer worden verhuurd. Landelijk gaat het om ongeveer 580.000 huurwoningen.
Dit moet veel sneller kunnen, vinden critici uit de milieu- en woonbeweging. Enkel glas zou bijvoorbeeld kunnen worden aangemerkt als gebrek en aanleiding zijn voor huurkorting, wat verhuurders dwingt sneller te verduurzamen. Woningcorporaties hebben de versnelling om zo snel mogelijk alle slecht geïsoleerde woningen weg te werken al ingezet. Gaat dat voor de winter lukken nu alle seinen op groen staan? Vergeet het maar. Daarvoor is de opgave gewoon te groot. Bovendien stijgen de energieprijzen zó hard, dat daar eigenlijk niet tegenop te isoleren is.
Versnelling
Een enorm obstakel waarmee corporaties kampen is het gebrek aan menskracht. Nu al lopen projecten daardoor vertraging op. Er is niet alleen een tekort in de bouw zelf, ook intern hebben corporaties moeite voldoende technisch personeel aan te trekken. Aan projectleiders is een schreeuwend tekort. Het is nu ook al een probleem om de benodigde materialen op tijd te bemachtigen. Gezien de grote bouw- en verduurzamingsopgave zal dat alleen maar toenemen.
Bij Rochdale blijft door dit soort problemen al een deel van de projecten op de plank liggen. “We hebben twee jaar geleden een versnelling ingezet door op meer momenten te isoleren dan we gewend waren. Bij grotere renovaties ging de energetische staat al omhoog, nu hebben we ons planmatig onderhoud opgeplust”, vertelt Imme van Dijk, Adviseur Strategie Duurzaamheid. Dat betekent verduurzamen op natuurlijke momenten – wat eigenlijk alle corporaties doen. “We kijken nu ook of het mogelijk is om als een woning vrijkomt het kookgas alvast te verwijderen of de woningen die je alleen aan de binnenkant kunt isoleren aan te pakken.”
Armoede
Planmatig onderhoud gaat gefaseerd; de gevel, de spouwmuur of het dak worden één voor één verbeterd. “Dat betekent elke keer een kleine verlaging in de energierekening”, beseft Van Dijk. “Wat wij doen, biedt dus geen oplossing voor huurders die nu in de problemen zitten.” Ymere riep daarom op tot het verstrekken van een dertiende maand huurtoeslag in de maand mei. “Compensatie is voor nu misschien noodzakelijk, maar ik zie liever een structurele oplossing, zodat mensen gewoon in staat worden gesteld in hun behoeftes te voorzien”, zegt Van Dijk.
Waar bewonersgedrag eerder misschien als betuttelend werd ervaren, staan huurders daar nu meer voor open. De vakmensen van Rochdales onderhoudsteam hebben het meeste klantcontact. Daarom hebben ze een energiecoachcursus gevolgd. “Zij kunnen de installaties goed afstellen en huurders begeleiden in hoe je die optimaal gebruikt.”
Naast de energetische staat en het bewonersgedrag wordt energiearmoede volgens Van Dijk bepaald door wat mensen verdienen. “In zekere zin is armoede niet ons domein. Aan de andere kant: wij huisvesten wel de mensen die niks of weinig verdienen. Daarom proberen we de lobby over het omhoog laten gaan van het minimumloon bijvoorbeeld te intensiveren. Armoede is iets wat we de laatste decennia met z’n allen hebben laten ontstaan.”
Hoge energieprijzen
Energiearmoede is een breder thema, vindt Jonna Zwetsloot, projectleider Duurzaamheid bij Stadgenoot. Hierbij spelen inflatie, stijgende energieprijzen en inkomens die niet stijgen ten opzichte van die inflatie een rol. Maar ook daarvoor waren er al veel mensen met energiearmoede; het zorgwekkende TNO-onderzoek hierover dateert van voor de oorlog in Oekraïne. “Op de hoge energieprijzen hebben we geen invloed, wel op hoe goed onze woningen geïsoleerd zijn”, stelt Zwetsloot. “Daarmee waren we al bezig en daarop zetten we nu nog meer in. Betaalbaarheid staat daarbij altijd voorop, maar daarmee neem je energiearmoede niet weg.”
Bij energiearmoede speelt ook het door de huurder zelf afgesloten energiecontract een rol, merkt Zwetsloot bij complexen die overgaan op aardgasvrij. “Als we voorrekenen wat ze nu gemiddeld betalen en wat ze straks ongeveer gaan betalen, merk je aan de reacties van bewoners dat er grote verschillen zijn in de hoeveelheid energie die ze gebruiken, maar ook in de prijzen die ze nu betalen. Sommigen hebben net een nieuw contract en vinden ons voorstel een goeie deal, anderen hadden voor vijf jaar hun prijzen vastgelegd en gaan er op achteruit.”
Stadgenoot wil zo snel mogelijk van haar lage energielabels af. Daarbij houden ook zij vast aan de natuurlijke onderhoudsmomenten. “We kunnen niet alle woningen in één keer isoleren, dus er moet een fasering gekozen worden. Die fasering is er al: je komt gemiddeld één keer in de zeven jaar bij elk complex langs voor onderhoud. Dan kunnen we beter dat moment gebruiken in plaats van twee keer overlast veroorzaken.”
‘Niet efficiënt’
Eigen Haard was al behoorlijk op stoom doordat ze er in hun begroting al vanuit gingen dat de verhuurderheffing er vanaf zou gaan. “In twee jaar verduurzamen we naar verwachting vijfduizend woningen, dat is bijna 10 procent van onze woningen”, vertelt Marthijn Keijzer, manager Bedrijfsbureau. “We kijken of we de komende vijf jaar in een soortgelijk tempo de rest van de E-F-G’s kunnen wegwerken. Daarbij geven we voorrang aan de allerslechtste labels. Daarnaast nemen we zoveel mogelijk verduurzamingsmaatregelen mee tijdens het (reguliere) gevelonderhoud.”
Prioriteit geven aan het wegwerken van enkel glas, zoals critici opperen, is volgens hem niet efficiënt. Dat komt namelijk vooral voor bij complexen met de laagste labels die toch al aan de beurt zijn. “Bovendien wil je niet alleen maar dat glas aanpakken, maar ook meteen de gevel isoleren.” Alles draait om het zo efficiënt mogelijk inzetten van de schaarse middelen en menskracht. “We hebben in het verleden te vaak gezien dat het ene jaar werd verduurzaamd en dat het volgende jaar de schilder voor de deur stond, of andersom. Dan heb je in je onderhoudscyclus twee keer de steigerkosten en twee keer de voorrijkosten van die aannemer. Daarom gebruik je zoveel mogelijk de natuurlijke momenten om duurzame stappen te zetten.”
Eigen Haard heeft als doelstelling dat richting 2030 90 procent van het bezit aardgasvrij-ready is, dus met een isolatieniveau voor middentemperatuur. “We kijken niet naar een Energielabel, maar naar de netto warmtevraag van de woning. Dus: hoeveel energie gebruikt een woning bij een gemiddeld verbruik per vierkante meter woonoppervlakte.”
Isolatiestandaard
Ook Stadgenoot kijkt niet alleen naar de energielabels, vertelt Zwetsloot. “Soms heb je een woning met energielabel C die nog steeds enkel glas heeft. Volgens het label is die woning prima, maar we gaan dat toch aanpakken. Andersom doen we niet alles om die energielabels maar te behalen. Een collectief verwarmingssysteem scoort bijvoorbeeld slecht in de labelsystematiek, maar is veel gemakkelijker aardgasvrij te maken dan een individuele aansluiting. Dus dat gaan we sowieso niet aanpakken.”
Ondertussen worden corporaties wel afgerekend op het wegwerken van de lage energielabels, wat ze ook braaf doen. Zonnepanelen of aardgasvrij tellen mee in de toekenning van het label, wat niets zegt over de isolatiegraad. Volgens Frank van der Veek, Beleidsadviseur energietransitie en duurzaamheid bij AFWC (Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties), is het simpel: “Iemand met een heel laag inkomen kan nog steeds in energiearmoede verkeren met een energielabel B.” Vorig jaar introduceerde het kabinet normen voor de kwaliteit van de gebouwschil, de standaard voor woningisolatie. Dat lijkt een nuttiger graadmeter, al weet Rochdale nu al dat sommige woningen met energielabel A er niet aan voldoen.
Een lichtpuntje is dat Van der Veek ruimte ziet voor versnelling in het participatieproces. “Het is onmogelijk om nu als corporatie een gebouw aan te wijzen en dat nog voor de winter te isoleren als je dat nog niet van plan was. Het kost tijd om een technische doorrekening te maken, maar je moet ook zorgen dat je de bewoners meekrijgt. Dat is een proces van maanden.” Ook al is er een stuk minder weerstand tegen verduurzaming – mensen melden zich inmiddels vaker bij corporaties met de vraag wanneer zij aan de beurt zijn – toch moeten corporaties een wettelijk proces volgen. “Ook als de bewoners voor zijn, moet je nog steeds acht weken wachten.”
Versnelling participatie
Van der Veek wil niet af van de 70 procent instemming van huurders, maar stelt een andere inrichting van het proces voor. “Iemand die niet reageert, wordt automatisch als tegenstander geteld. Misschien kunnen diegenen als neutraal meetellen. Van de mensen die wel gereageerd hebben, moet dan 70 procent akkoord zijn. Het kost corporaties ontzettend veel tijd en energie om achter die mensen aan te bellen die niet op hun post reageren. Maar we hebben hun stem wel wel nodig. Gezien de enorme opgave die we hebben, vind ik dat we daar anders naar moeten kijken.”
Dat participatieproces kan ook versnellen door de kosten van de verduurzaming niet door te berekenen aan de huurder. Die heeft dan wel minder energielasten. Een aantal corporaties doet dat inmiddels, gezien de tijd en moeite die het kost om zo’n huurverhoging erdoor te krijgen. Bij mutatie kan de huur indien nodig alsnog omhoog. Van der Veek: “Alleen heeft niet iedere corporatie daarvoor de financiële ruimte. Het gevolg is dan bij een buurtgerichte aanpak dat de ene bewoner een huurverhoging krijgt en iemand die toevallig van een andere corporatie huurt niet. Hoe krijg je dat uitgelegd op een bewonersavond?”