Kunst op Kamers

Tijdens de manifestatie Kunst op Kamers verandert het Noord-Hollandse De Rijp twee dagen in een uitgestrekt podium voor de meest uiteenlopende kunst. In de weilanden zet de wind de strandbeesten van Theo Jansen in beweging, een eiland in het riviertje de Gouw is het domein van Reinier Lagendijk. Naast bijzondere locaties als de loodgieterij en het watergemaal dienen ook de (droom)huizen en tuinen van de bewoners als expositieruimte.

Als het aan grafisch ontwerper Ellen Besselink ligt, wordt het straatbeeld van De Rijp tijdens Kunst op Kamers bepaald door mensen met een sleutelbos om de nek en een tasje in de hand. ‘Ik zie het helemaal voor me.’ Ze ontwierp het toegangsbewijs en de gids annex catalogus voor deze vierde editie. Als dochter van Sonja Besselink, de stuwende kracht achter dit project, weet ze als geen ander aan welke functies zo’n publicatie moet voldoen.

Ze liet de plattegrond met de locaties, handig om steeds bij de hand te hebben, op een kunststof omslag met handgrepen printen. ‘Mannen aan wie ik het liet zien, zeiden wel dat ze het liever onder hun arm houden. Prima: het bepaalt het straatbeeld al als de helft van de bezoekers het draagt.’

In de omslag zit een boek met informatie over de kunstenaars geschoven. Leidraad bij de vormgeving was dat het zo helder en logisch mogelijk moest zijn. ‘Het is belangrijk dat mensen alles snel terug kunnen vinden.’ Zoals gebruikelijk zendt Kunst op Kamers het publiek een fotoverslag (van Thijs Quispel) na, waarvoor Besselink in de omslag een plaatsje heeft ingeruimd. De handgrepen van het tasje kun je naar binnenklappen. ‘Na afloop moet het een mooi boek zijn, dat je in de kast kunt zetten of neer kunt leggen.’

Hollandse huishoudens

Het draagbare boek is, zoals bij eerdere edities, bij de entree (17,50 euro per persoon of 20,00 euro per stel) inbegrepen. Het toegangsbewijs is een keycord met kaartjes die bij bezoek aan een locatie gestempeld worden. Voorheen kwamen die stempels in het boek. Zonde, vond Besselink, dus bedacht ze de ‘sleutelbos’. De zorg die hieraan is besteed is typisch voor Kunst op Kamers. ‘We streven naar een zo hoog mogelijke kwaliteit, anders is er geen lol aan’, vindt Sonja Besselink. ‘Ik hoop zowel de onbevangen leek als de kenner te verrassen. Mijzelf overkomt dat zelden, maar het is ontzettend fijn als het gebeurt.’

Fotograaf Taco Anema werd gevraagd een aantal door haar geselecteerde gezinnen uit De Rijp te fotograferen voor zijn project Honderd Hollandse Huishoudens, een documentairereeks over Nederland aan het begin van de 21e eeuw. ‘Een uitstekend idee: ik deed Sonja een plezier, maar ook mezelf.’ Zijn streven is om zoveel mogelijk samenlevingsvormen te fotograferen. ‘Het zegt veel over de mensen die nu binnen de Nederlandse grenzen leven: de inrichting van de huizen, de kleding en de kapsels die ze dragen. Ik maak geen selectie op basis van demografische, sociologische of visuele overwegingen. Ik ga er naartoe en laat me verrassen.’

Functietegels

Door zijn camera van 4 bij 5 inch op statief, ‘alles moet handmatig worden ingesteld’, heeft hij een trage manier van werken. ‘Je loopt niet door het huis en klikt maar wat. Alles moet gearrangeerd worden: ik bepaal de plek waar de mensen staan, wat ze doen en hoe ze kijken. Ik ben er niet op uit mijn visie op de verhoudingen binnen zo’n gezin vast te leggen.Tot nog toe is het mijn ervaring wel dat mensen zelf een positie innemen waaruit die verhoudingen blijken.’ Zijn foto’s worden ruim voor het festival opgesteld in de buitenlucht: grote doeken van 3 bij 4 meter.

Zoals Sonja Besselink op het Fotofestival Naarden werk van Anema zag, stuitte ze op Erik Jan Kwakkel tijdens Nest in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Ze viel voor de witte badkamer- en keukentegels die hij met Arnout Visser en Peter van der Jagt ontwikkelde voor Droog Design: tegels met grote afrondingen in plaats van hoeken of randen en ‘functietegels’ waarin van alles is ingebouwd: kranen, draaiknoppen, wc-papierhouders en zelfs televisie.

Bloemvormige vaas

Kwakkel werd gekoppeld aan het huis van Dick Kef. ‘Ik heb speciaal voor een ruimte met uitzicht op de tuin een groot keramisch bad ontworpen. Er komt een grote plantenbak rond het bad met daarin allerlei waterplanten, geïnspireerd door het polderlandschap met rietkragen en water. Er ontstaat een nieuwe architectuur binnen het huis.’ Normaliter ontwerpt hij producten: vazen, kopjes, borden. Af en toe ook keukens en badkamers, maar dan heeft hij te maken met een lege ruimte. Dat is hier anders. ‘Het bad is een object, dat lukt wel. Met de ruimte ernaast, de keuken, had ik meer moeite want die is helemaal betegeld. Je zou moeten gaan breken en dat is natuurlijk niet de bedoeling. Ik heb dus gekozen voor decoratie: allemaal bloemvormige vazen.’

Bezoekers kunnen deze vazen kopen: ter bevordering van het culturele ondernemerschap heeft iedere kunstenaar een object in een oplage gemaakt. Naast klinkende namen als Jaap Drupsteen (geluid- en videoperformer), Firma Rieks Swarte (theatervormgever), Hellen van Meene (fotograaf), Bert Frijns (glasvormgever) en Hans Hagen (kinderboekenschrijver) geeft Kunst op Kamers ook jongere kunstenaars als Suzanne Poort (schoenenontwerper) en Janske Megens (tassenontwerper) een podium.

Kunst op Kamers is op 27 en 28 mei 2006 in De Rijp. Hellen van Meene is nog twee maanden daarna te zien in Museum In ‘t Houten Huys. Meer informatie op www.kunstopkamers.nl

Naar boven