Geluk is voor de dommen, niet voor Morrissey

Bíjna optimistisch, zo noemt Morrissey zijn nieuwe cd. Krap twintig jaar nadat jaren tachtig-sensatie The Smiths plotseling uiteen viel, is de meester van de melancholie levenslustiger dan ooit.

Midden jaren tachtig kwam het leven Morrissey even onaanlokkelijk voor als de dood. Dat zong hij tenminste, en in rake bewoordingen. Logisch dat de gedeprimeerde, in zwart gehulde “verloren generatie” zich identificeerde met deze welbespraakte jongeling, die hun gevoelens kernachtig samenvatte met zinnen als I wear black on the outside because black is how I feel on the inside (Unloveable). Het was een tijd waarin doemdenken echt niet alleen voorbehouden was aan depressievelingen of getormenteerde tieners; De bom van Doe Maar reikte in 1982 moeiteloos tot bovenaan de hitlijsten.

Als The Smiths in datzelfde jaar hun eerste plaat uitbrengen, is Morrissey al in de twintig: te oud dus voor de echte teenage angst die hem vaak toegeschreven wordt. Voor hem zijn thema’s als woede en walging over politiek en samenleving, de hunkering naar liefde en het onvermogen ‘erbij te horen’, thema’s die tot op de dag van vandaag terugkomen in zijn werk, veel belangrijker.

Het bijzondere is dat veel van Morrissey’s nummers de actualiteit becommentariëren zonder pakweg vijftien jaar later gedateerd te klinken. Een verklaring daarvoor is misschien dat zijn teksten, uitspraken en artwork barsten van de citaten en referentie naar door hem bewonderde schrijvers, kunstenaars en filmmakers uit het verleden. Zijn muzikale helden brachten hem ooit op het spoor van andere artistiekelingen en hij heeft diezelfde functie voor veel van zijn fans.

Hopeloos romantisch

Van tijdelijker aard blijkt zijn incidentele geflirt met de dood, dat toch maar mooi klassieke zinnen als And if a doubledecker bus crashes into us, to die by your side, is such a heavenly way to die. And if a ten-ton truck kills the both of us, to die by your side, well the pleasure the privilege is mine… (There Is a Light That Never Goes Out) heeft opgeleverd. Zinnen die eerder hopeloos romantisch zijn dan negatief of nihilistisch.

Ook zo opmerkelijk is dat er altijd wordt gedaan alsof Morrissey constant zwelgt in een zwaarmoedige zwartgalligheid. Dit vooroordeel wordt zelfs in het liedje I hate The Smiths van het meestal zo originele Ween gebezigd: All you do is hate life and tell me about it en verderop: You’re always depressed and you’re never glad. [hier 15 anti-Morrissey-songs]

Waar het ook vandaan komt, in ieder geval is de gemoedstoestand van de getalenteerde Engelsman (met Iers bloed) voortdurend onderwerp van gesprek. ‘Bent u gelukkig?’ is een steeds terugkerende vraag in interviews. Vaak antwoordt hij naar verwachting: ‘Als je maar een greintje intelligentie in je donder hebt, kun je niet anders dan depressief zijn’. Of ‘Persoonlijk geluk is een luchtspiegeling die ons in beweging houdt’.

Lijdende kunstenaar

Geluk is voor de dommen, geluk is saai, lijkt zijn mantra. ‘Misschien is het triest, maar mijn gelukkigste momenten waren de geboorten van mijn albums’, schreef hij onlangs nog aan een fan. Als geen ander cultiveert hij het romantische idee van de lijdende kunstenaar. Met succes, want journalisten smullen er net zo van als zijn bewonderaars (veel interviewers behoren dan ook tot beide categorieën).

Eigenlijk zijn er al jarenlang geluiden dat het leven hem stiekem best goed afgaat. Letterlijk, niet in de zin dat hij niet suïcidaal is, zoals een vriend van hem eens grapte. Net voor zijn nieuwste album Ringleader of the Tormentors uit is, zoomt het alweer rond in de media. Hoewel aan regels als I once thought that I had numerous reasons to cry. And I did but I don’t anymore. Because I am born again (At Last I Am Born) toch weinig mis te verstaan is. Is het journaille misschien bang dat geluk het zand is dat de zo succesvolle machine doet vastlopen?

Vast niet. Vanaf het begin wordt in het Morrissey’s universum iedere hoop direct ontkracht en ieder drama met humor gerelativeerd. Dus of het leven hem nu uitspuwt of toelacht, Morrissey’s teksten zullen altijd dubbelzinnig en ongrijpbaar blijven. Net zoals hijzelf. Maar zolang Morrissey antwoordt in prachtige oneliners als ‘Je moet een sporadische tevredenheid niet verwarren met geluk’, blijft het een te dankbare vraag om niet te stellen.

Grappig

Voor wie net onbegrijpend bij het woordje humor bleef steken: vaak is Morrissey ironisch en onderkoeld, maar niettemin grappig. En ook al in de jaren tachtig, lees teksten als Some Girls Are Bigger Then Others of Girlfriend in a Coma er maar eens op na. Voor het Britse radio-icoon John Peel was The Smiths zelfs een van de enige bands die hem hardop lieten lachen. Let wel: vanwege de humor, niet vanwege hun muzikale kwaliteiten.

Een recenter voorbeeld is Let Me Kiss You, het nummer dat later ook op Nancy Sinatra’s (Morrissey was een groot fan van haar vader) gelijknamige comeback album staat: Close your eyes, picture someone you physically admire, and let me kiss you. Ok, dit is misschien niet iets om over te schuddebuiken. Laten we het erop houden dat Morrissey met zijn jaloersmakende adremheid, onverschrokkenheid (wat te denken van titels als Margaret on the Guillotine en The Queen is Dead) en komisch talent altijd reacties weet op te roepen.

In ieder geval besloot Damon Albarn een band te beginnen toen hij Morrissey op televisie hoorde verkondigen dat The Smiths de laatste grote popact zou zijn. Popmuziek had zijn laatste adem wel zo ongeveer uitgeblazen. Albarn zou Morrissey wel es een poeppie laten ruiken. En, het moet gezegd, daarin is hij met zowel Blur als de Gorillaz glansrijk geslaagd.

Los hiervan wordt The Smiths vaak genoemd als voorloper of inspirator van de Britpop. Oasis en Suede steken hun bewondering voor Moz en de onvolprezen Smiths’ gitarist Johnny Marr niet onder stoelen of banken. Morrissey werd vaak de vader van Jarvis ‘Pulp’ Cocker genoemd. Morrissey’s droge reactie hierop: ‘Ik ben blij dat ze me niet Joe Cockers vader noemen.’

Tony Wilson

Zoals bekend was het zakelijk inzicht van Tony Wilson, labelbaas van Factory Records (fantastisch geportretteerd in de film 24 Hour Party People), niet altijd even solide. Hij tekende Joy Division en Happy Mondays. Het ook uit Manchester afkomstige The Smiths liet hij aan zijn neus voorbij gaan. En dat terwijl Morrissey hem hoogstpersoonlijk, in zijn jongenskamer, inlichtte dat hij popster zou worden. Wilson zei zijn verlegen vriend niet wat hij dacht – In your dreams!. Dat hij iets bijzonders zou worden? Ja. Maar zeker geen popster. Wilson dacht dat Morrissey een groot romanschrijver zou worden. Gezien het hoge literaire gehalte van diens liedteksten helemaal geen gekke gedachte…

Naar boven