Ode aan een oude kolencentrale
De eerste kolencentrales uit het Energieakkoord zijn gesloten. Ook die van Nijmegen. Muziektheatergroep BOT ging in de voorstelling Het geluid van stroom op zoek naar de ziel van de inmiddels o zo stille kolos aan de Waal. En voelde vooral mededogen. “De centrale heeft keihard gewerkt en alles gegeven. Wij hebben alleen maar genomen.”
Er komen geen rookpluimen meer uit de wolkenfabriek die de horizon van Nijmegen decennialang bepaalde. December 2015 is de kolencentrale op enkele kilometers afstand van het centrum definitief stilgelegd – zoals afgesproken in het Energieakkoord.
Een van de bezoekers van de voorstelling Het geluid van stroom, een rauw en tegelijk teder eerbetoon aan wat oud-werknemers wel ‘de oude dame’ noemden, is er niet rouwig om. “Het gebouw is echt versleten, afgeschreven.” Hij kijkt naar de gevel waaraan hij in de jaren tachtig op tientallen meters hoog eigenhandig onderhoud pleegde – in 2010 hingen activisten er nog een enorm spandoek op met de tekst Stop CO2.
Dit is volgens hem maar een kleintje vergeleken met die in Geldermalsen (ook sinds kort gesloten). “Daar fietsten de werknemers door de gangen, zo immens is het.” Gefascineerd luisteren zijn vrienden toe als hij vertelt over de olieplatforms in de Noordzee die hij vroeger in elkaar zette. “De olie is nu veel te goedkoop, dus ze liggen gewoon stil. Shell zou die dingen helemaal vol moeten zetten met windmolens. Ze staan er toch al.” Maar hij maakt zich geen illusies: zolang er aan hernieuwbaar niet veel geld valt te verdienen, gaat Shell niet echt veranderen. Toch is het de toekomst, daarover twijfelt hij niet.
Uitgedoofd
Als iedereen zijn oranje bouwhelm heeft vastgesjord – al dan niet met een opgelaten gevoel – wordt de meute op sleeptouw genomen. Het is geen voorstelling waarbij het publiek op zijn krent mag blijven zitten; de vier muzikanten van muziektheatergroep BOT lokken ons steeds dieper het koude, lege gebouw in. Verdieping na verdieping, tot we bij de inmiddels uitgedoofde ovens zelf aankomen.
Al lopend hoor ik een gezin praten over de vierduizend zonnepanelen die op het terrein zijn opgesteld en moeten helpen om Nijmegen in 2045 energieneutraal te krijgen. Die staan daar keurig in het gelid onder een strakblauwe hemel te blinken. Straks krijgen we er allemaal eentje mee naar huis, lacht een echtpaar voor ons. “Die kunnen we wel gebruiken.”
Even verderop bespreekt een gezin dat ‘men’ dit soort centrales niet meer wil omdat ze te vies zijn. De voorstelling probeert ons straks aan het denken te zetten over de vanzelfsprekendheid van elektriciteit en het gemak waarmee we die erdoorheen draaien, maar dat gebeurt blijkbaar ook al vanzelf, gewoon door hier te zijn. Mooi.
Abracadabra
Eenmaal binnen kijkt iedereen, een beetje onwennig wachtend op wat komen gaat, zijn ogen uit. Hier gebeurde het allemaal. Superfascinerend, al die onbekende knopjes, radartjes en schakelaars. Overal termen die voor ons leken abracadabra zijn, zelfs de enorme stalen pijpen die hun eigen labyrint door de ruimte formeren zijn met cryptische zinnetjes beschreven. Gewoon met zwarte viltstift.
Soms gaan de industriële bouwsels van BOT, een eigenzinnige theatergroep die graag werkt met zelfgemaakte instrumenten, bijna naadloos op in de enorme ruimte. Pas als ze geluid produceren trekken ze de aandacht. Tegelijk lijken de stoffige buizen waarin vroeger de stoom rondzong en langzaam steeds meer druk opbouwde ergens net een uit de hand gelopen kunstobject. De grootsheid, de bijzondere vormen, voor wie het wil zien heeft de centrale zeker ook schoonheid.
Honger
Na afloop vertelt de moeder van een gezin met drie kinderen hoe ze een paar jaar geleden ’s nachts wakker schrokken van de explosie in de centrale. “We wonen helemaal op de oostoever, best ver van de centrale vandaan, maar toch was het echt hard. En best angstig.” Enorm interessant om die plek nu eens van binnen te zien, vindt ze. Al kwam de voorstelling wel een beetje langzaam op gang, lacht haar tienerdochter.
Haar jongere zus vond het vooral gaaf om de muzikanten tussen de roosters onder onze voeten te zien liggen terwijl ze rondreden op vervreemdende karretjes. De één bespeelde een piano op zijn kant, de ander zat in een koelkast en eentje lag op zijn buik televisie te kijken met een horizontaal zwevende schemerlamp naast zich.
Terwijl het publiek nog snel een paar selfies neemt met de kolos op de achtergrond, vertelt theatermaker Job van Gorkum van BOT dat hij het oneerlijk vindt dat de ‘oude dame’ tegenwoordig voor vies en voos wordt uitgescholden. “Toen dit gebouw in 1980 openging, was het een van de schoonste en modernste centrales van Europa. Het ligt niet aan haar of aan de werknemers dat onze vraag naar energie steeds maar is gestegen.”
Uitgerangeerd
Volgens hem werd begin vorige eeuw alleen energie voor straatverlichting en het station opgewekt, de centrale groeide uit tot het grootste lichaam van de stad doordat onze honger naar energie maar bleef toenemen. “En nu is de centrale uitgerangeerd. Terwijl het gewoon de uitlaatpijp van de elektrische auto is, dat vergeten mensen vaak.”
In een gevoelig, ‘klein’ lied zingt hij in de voorstelling: “Doe de lampen uit, de dag duurt zolang als de zon, zolang als die kon.” En inderdaad, we mogen best schelden op die vieze fossiele industrie, maar niet zonder ook kritisch naar onze eigen energievraag te kijken. Met bijna veertig stijf uitverkochte voorstellingen heeft Het geluid van stroom, onderdeel van een reeks coproducties van BOT en productiehuis Oost-Nederland, daar vast een heleboel mensen toe bewogen.