
3x Theater op de ecotour
Een geldsysteem gebaseerd op poep, een zweefmolen die verdacht veel lijkt op de lopende band van een slagerij, afgedankte voorwerpen die je in een andere context betoveren. Welkom in de wereld van de verbeelding! Drie portretten van makers met een eigen kijk op dilemma’s rond duurzaamheid.
tgECHO: Anna Schoen, Lotte Dunselman,
Voorstelling: Stel je bent een koe
Dilemma’s rond vlees eten en de bio-industrie

Waarover gaat de voorstelling?
“Over het eten van vlees en de industrie erachter. Over de twee kanten ervan; veel mensen vinden het lekker, maar de wereld erachter blijft onzichtbaar. Die willen we misschien ook niet kennen. Een heftig onderwerp, lastig ook om er theater over te maken; het moet geen pamflet worden. We hebben een scène in de voorstelling waarin de varkens gaan demonstreren. Ze dragen wel bordjes met wat feitjes, maar doordat het een varken is, wordt het weer ontroerend en grappig. Zo proberen we de mensen mee te nemen en te zorgen dat er iets bij ze gebeurt.
We proberen echt te zoeken naar de inleving, dus we gebruiken ook humor en horrorelementen. Steeds laten we de twee kanten zien, bijvoorbeeld met een zweefmolen waaraan varkenskadavers hangen. Het vrolijke van de kermis en het gruwelijke van de dood. Als die molen draait, wordt het zo’n lopende band in een slachthuis. Aan die varkens zelf zitten ook twee kanten: aan de ene zie je het dode varken zelf, aan de andere kant zie je het in plastic verpakte vlees, dus het beest als product.”
Waarom dit thema?
“Het gaat ons allebei aan het hart. Anna postte altijd Wakker Dier-dingen op Facebook. Ik dacht, waarom maken we er niet een voorstelling over? Dat is ons vak. We merken dat het heel erg leeft. Ik heb nog nooit zoveel inhoudelijk met anderen over een voorstelling gepraat. Dat heeft me echt veranderd, en ook onze omgeving. Als je eenmaal door die bril gaat kijken, beïnvloedt dat je gedrag. Het is heel bijzonder om met dit thema bezig te zijn. Het is ook zo simpel; je eet geen vlees meer en je doet veel goeds voor de wereld.”
Jullie theater is fysiek en beeldend, maar tekst en muziek spelen ook een belangrijke rol. Speelt duurzaamheid in de vorm een rol?
“De draaimolen komt wel van Marktplaats, maar we zitten niet zo op de ecotour. Hoewel, we hebben wel van die katoenen tasjes ter promotie in plaats van flyers. Dat is zo’n papiervervuiling. We doen ons best.”
Logisch vervolg op jullie eerdere werk?
“De basisvraag is altijd: hoe doe je dat, goed leven? Eindland ging over ‘wat is beschaving’, Tussentijd over wie zijn wij in de tijd. Nu is de vraag: hoe gaan we om met dieren?”
Dette Glashouwer
Voorstelling: To Sardinia With Love
Zoektocht naar alternatief, duurzaam geldsysteem

Waarover gaat deze voorstelling?
“Over oplossingen in dit hele geldsysteem die de wereld ook duurzamer maken. Erg ambitieus, maar ik wil laten zien dat geld geen natuurverschijnsel is. Dat dit geldsysteem bedacht is en we het ook anders kunnen bedenken. En dat dit systeem consequenties heeft; omdat het gebaseerd is op schuld en rente, moet er groei zijn met als gevolg dat onze afvalberg groeit. Ik probeer oplossingen te verzamelen waarbij we met elkaar kunnen handelen, zonder al dat afval.”
Zoals in je vorige voorstelling, waarin je ontdekte dat in Kenia in belminuten wordt gehandeld?
“Ja, dat komt omdat er maar weinig banken zijn en er weinig geld in omloop is, maar er zijn veel mobieltjes en te weinig beltegoed. Toen bedacht Vodafone een systeem dat rijke Kenianen beltegoed kunnen overmaken naar armere. En omdat iedereen altijd beltegoed nodig heeft werd dat opeens ook overal als betaalmiddel geaccepteerd. Net als sigaretten in de oorlog of de gevangenis.”
Je kostuum in deze voorstelling heeft solarcellen. Waarom?
“Het roept de vraag op: hoe kan ik zelf energie opwekken? Pauline van Dongen heeft het ontworpen en hoopt hiermee ook de kledingafvalberg aan de kaak te stellen. Zo gooi je het minder snel weg. En MAPr heeft het kostuum voor de voorstelling gesponsord omdat ze het geweldig vinden dat ik via theater aan bewustwording doe.”
Je gaat je zweet recyclen?
“De vorige voorstelling eindigde met de gedachte: is er geen geldsysteem waardoor er geen stress meer is en we gezond gaan leven? Toen dacht ik aan poep. Te gebruiken voor bemesting, energieopwekking, medische behandelingen; een wereld van mogelijkheden. Dat idee zet het hele concept van geld – poep is eerlijk verdeeld en je blijft het bijdrukken – maar ook duurzaamheid op zijn kop. Van hieruit dacht ik: wat zou ik met mijn eigen zweet kunnen als ik het ga recyclen. Een lichtje laten branden? Ik weet nog niet waartoe deze zoektocht leidt. Het bedrijf wat me helpt om dit technisch te realiseren, Wetsus, doet het gratis omdat ze het een leuk idee vinden ”
Dit is je vierde voorstelling over geld. Speelde duurzaamheid altijd al een rol?
“Het fascineerde me vanaf het begin al dat er een aantal dreigingen voor de toekomst zijn die geen van allen door dit geldsysteem worden opgelost. Mensen worden steeds ouder en er komen er steeds meer mensen bij, we zitten met Peak Oil en schaarste op allerlei gebieden. Het is krankzinnig dat we nog steeds belasting betalen over arbeid in plaats van over grondstoffen. Onze maatschappij wil steeds meer produceren met minder mensen terwijl we juist steeds meer mensen hebben. Rijken worden rijker, armen armer, de middenklasse verdwijnt. Ik kwam mensen tegen die zeiden: ‘dat hoeft helemaal niet zo te zijn als we andere ideeën hebben over geld’. Dat fascineert me, en met mijn voorstelling wil ik mensen net zo versteld doen laten staan van geld als ik dat zelf doe. Duurzaamheid speelde dus zeker een rol.”
Je voorstellingen worden deels betaald door aandeelhouders. Is alles daarom zo lowtech en lowbudget?
“Die stijl komt voort uit pure armoe en toch door willen gaan. Het is heel boeiend dat dit avontuur na het wegvallen van de subsidie voor SuverNuver op mijn pad is gekomen, maar er hangt wel een valse romantiek om die DIY-instelling die me vaak wordt toegeschreven. Er moet absoluut geld zijn voor de kunsten.”
Prins te Paard: Rutger Bergboer, Liset Moerdijk
Voorstelling Cornelis
Over verhalen die dreigen te verdwijnen door grote veranderingen in het landschap

Waarover gaat de voorstelling?
“Cornelis is een verhalenredder die op plekken komt waar verhalen dreigen te verdwijnen door grote veranderingen in het landschap. Het stuk ontstond hier in de Noordoostpolder waar we wonen, waar door het sluiten van de dijken zee land werd. Cornelis kon nog net door het laatste gaatje in de dijk varen en alle verhalen meesmokkelen. Het idee is om hem als hoeder van de verhalen te laten verschijnen op plekken waar dingen veranderen, omdat er een woonwijk komt of een fabrieksgebouw verrijst of juist gesloopt wordt.”
Waarom heeft zijn ‘boot’ zonnepanelen?
“Overal waar we spelen gebruiken we lokale dingen. Voor Cornelis hebben we ons laten inspireren door de gekke landbouwvoertuigen die hier rondrijden. Er bleek een landbouwmechanisator verderop te wonen die selectiewagentjes voor aardappelplanten met zonnepanelen bouwde. Daarvan heeft hij voor ons een soort zeilkar gemaakt. Cornelis is zelfvoorzienend en reist dwars door tijd en ruimte. Hij is alleen afhankelijk van de zon; als de accu leeg is, moet hij een zonnig plekje vinden en wachten. Net als wanneer je zeilt dus; dan ben je ook afhankelijk van de elementen. We hebben Cornelis ook een tijdsdruk meegegeven; hij moet weg zijn als het water is weggelopen. Dat brengen we in beeld met een peilschaal waar hij zelf onbedoeld de stop uittrekt, waardoor hij wordt opgejaagd.”
Jullie hebben vaak voorstellingen met polders en overstromingen.
“We zijn erg gefascineerd door water en Nederland, en leven beneden de zeespiegel. Je bent nooit klaar met het je daartegen wapenen of met het water te leven. Ik ben zelf ook opgegroeid in de polder, mijn beide opa’s zijn hier naartoe gekomen om te pionieren, dus het zit me een beetje in het bloed. Dat verhaal dat je altijd moet malen om het droog te houden, zo’n stijgende zeespiegel, dat houdt me heel erg bezig. Ik vind het ook een prachtig verhaal hoe dat door de eeuwen in Nederland ontstaan is.”
Jullie voorstellingen zijn groots en beeldend, maar lijken gemaakt met beperkte middelen (de techniek erachter is vaak hightech). Bewust?
“We vinden het leuk om zo lowtech mogelijk te werken, met materiaal dat we vinden of krijgen. Dat gebeurt veel te weinig; als je goed om je heen kijkt, dan ligt het gewoon voor het oprapen. Het prikkelt heel erg je verbeelding, je gaat allerlei mogelijkheden zien. Dat is wel wat we mensen – liefst op een magische manier – willen laten ervaren; een alledaags voorwerp hoef je niet zomaar af te danken, het kan nog een heel ander leven leiden. We proberen mensen te betoveren en aandacht te hebben voor de verhalen om je heen. We zeggen zelf altijd: de meeste inspiratie komt als we door het keukenraam naar buiten kijken.”
In een polder? Dat zal niet iedereen begrijpen.
“Nee, precies. En ik denk dat dat wel een beetje ons ‘activisme’ is; kijk nou gewoon eens goed, het ligt overal voor het oprapen.”