Oerol 2001: Bibberen in bodystockings
Over de uitgestrekte vlakte van het Groene Strand, op de punt van Terschelling, doorkruisen zomers geklede mensen een oorlogsgebied met uitgebrande auto’s. Men is hier op weg naar de stad Troje. Als dreigende voorboden verplaatsen donkere wolken zich vanuit zee richting strand. Bezoekers van Trojaanse Vrouwen van De Appel troosten zich met de gedachte straks lekker binnen te zitten, maar eenmaal tussen de muren van de vervallen stad blijkt dit toch een openluchtvoorstelling en de eerste druppels beginnen reeds te vallen.
Paraplu’s en regenjassen worden tevoorschijn gehaald, wie tegen beter weten in vertrouwde op de voortzetting van de stralende zaterdagmorgen krijgen de volle laag. De Trojaanse Vrouwen staan te bibberen in hun bodystockings.
De stromende regen leidt helaas de aandacht af van het spel. De blikken volgen de indrukwekkende bliksemflitsen boven de woest beukende golven, terwijl actrice Geert de Jong toepasselijk donder en bliksem afroept over de Grieken. Na een half uur wordt de voorstelling afgelast. De apparatuur kan al dit natuurgeweld niet aan. Het teleurgestelde publiek druipt af, wie een strak schema heeft of na het weekend weer naar huis moet kan het wel vergeten om deze intrigerend ogende voorstelling nog te kunnen zien.
Gorgelen
De kwetsbaarheid van al dit prachtige locatietheater wordt hiermee duidelijk. De schoonheid en de weidsheid van het landschap voegt veel toe aan de voorstellingen. De directe confrontatie met de elementen is daarentegen niet altijd even welkom. Ook bij Mare Tranquillitatis van de Lunatics beïnvloedt de harde, koude wind de concentratie op de drie Vikingen en hun zoektocht naar de verdwenen zee.
Het parkeerterrein midden in de duinen is veranderd in een verlaten mijnwerkersdorpje op de zoute Maanvlakte, met een grote ja-knikker, een oude mijnschacht en een hoge stellage. Deze attributen imponeren en ook de acteurs die wind en water trotseren. Ze proeven het gewonnen water een voor een voor, door te gorgelen en het terug te spugen in de emmer. De tribune gruwelt als de laatste een slok neemt van het goedje dat zijn twee voorgangers reeds teruggespuugd hebben.
Berooft
Na afloop vormen de achterlichten van de fietsers een rode, kronkelende sliert door de duinen. De klanken van The Marrugeku Company zijn zo aanlokkelijk dat enkelen de colonne verlaten om de sierlijke bewegingen van de kleurige steltenlopers te aanschouwen. Helaas blijft het beperkt tot een beetje in de verte staren. Spontaan aanschuiven bij een voorstelling waar je toevallig voorbij fietst, was vroeger een van de grote charmes van Oerol.
Maar het succes heeft het nu twintigjarige festival allang van die charme berooft; opnieuw verwacht de organisatie dit jaar zo’n veertigduizend bezoekers. Die geven weliswaar met elkaar zo’n dertig miljoen uit aan vervoer, verblijf, voedsel en voorstellingen. Door hun grote aantal maken ze spontaniteit toch vrijwel onmogelijk. Jammer, want het is juist zo leuk om verleid te worden door een spectaculair of juist mysterieus uitziend decor.
Zoektocht
Langs een weggetje door het bos verhullen hoge, rode gordijnen iets onbekends. Het blauwe bordje met de namen Compagnie Barrevoet en Asteroide TS613 geeft na bestudering van het programma enig inzicht. Piloot Antoine de Saint-Exupéry is hier neergestort -voor even fungeert Terschelling als een onbekende planeet- en ontmoet op zijn zoektocht naar water onder ander Le Petit Prince.
Voordat de bezoekers een blik achter het gordijn wordt gegund, klinkt een cello vanuit de duinen. Achter de wachtenden danst een man met een verscheurd pak en wit geschminkt gezicht richting publiek. Vervolgens roept het geluid van een accordeon de aandacht weer richting duinen. Eenmaal het gordijn gepasseerd blijkt de natuur het decor, met tussen de duinen en het bos een open plek. Er volgt een trage voorstelling. De acteurs doorkruisen het enorme speelveld al springend en buitelend. Ze leggen enorme afstanden af en dwingen de kijker de omgeving voortdurend af te speuren naar actie.
Weerkaatsen
Ook in Waterkracht van Zapp-Snacks staat het gebrek aan of juist de overvloed van water centraal. Naast de veerboot waarmee men het eiland bereikt ligt een grote coaster, met op het dek een aantal wasmachines en een droger. Eenmaal binnen wordt duidelijk waarom ze daar staan. Nadat mannen omzichtig met lepels het weinige water verplaatsen, spuit het overvloedig uit een pijp uit de vloer. De mannen raken doorweekt, ook van boven druppelt water. Terwijl het ruim langzaam volstroomt, laat een drummer zijn geluid weerkaatsen door de ruimte. Aan weerszijden flitsen videobeelden op enorme schermen. Al het geweld eindigt even abrupt als het begonnen is. Over twee uur is al de volgende voorstelling, dus de acteurs moeten snel hun kleren drogen.
Naast al deze grote producties is er ook nog het schuurtjestheater, waar de sfeer zo intiem is dat de acteurs je bijna op de tenen staan. Bijvoorbeeld de voorstelling Onderweg van Amber, waarin drie jonge vrouwen proberen zichzelf opnieuw uit te vinden. Of het geestige Vlaggetjesdag van Leny Breederveld (Theatergroep Carver) en Raymonde de Kuyper (Alex d’Electrique). De zaal giert het uit bij de herkenbare stress van De Kuyper, bij het idee dat ze niets hoeft en “godverdomme alleen voor haar rust komt. Ik laat me niet gek maken.” Ellenlang overleg over de dingen die moeten gebeuren (boodschappen, pinnen, zwemmen) eisen het uiterste van de twee vriendinnen.
In de werkplaats van rederij Doeksen is het heerlijk ontspannen bij de Terschellingse versie van Wilde Mossels, van verhalenverteller Anton Groothuis en pianist Yvo Verschoor. Al rijdend op hun opgevoerde brommers dromen drie broers over de film Easy Rider. Het eiland beperkt hun in hun mogelijkheden, maar tijdens Oerol lijkt alles mogelijk op Terschelling.